De auto is een ideaal vervoermiddel om IJsland op een ongedwongen en relaxte wijze te verkennen. Hoewel IJsland het minst ontwikkelde wegennet van Europa kent, zijn de grote wegen over het algemeen goed begaanbaar en leiden zij toeristen eenvoudig naar de verschillende bezienswaardigheden. Bovendien zijn de meeste IJslanders onvoorstelbaar rustige en hoffelijke weggebruikers. Er zijn echter omstandigheden die enige aanpassing in het rijgedrag vergen. Bijvoorbeeld winters weer of het rijden over niet geasfalteerde wegen. Hoewel het er op de wegen allemaal vrij gemoedelijk aan toe gaat, zijn IJslanders verre van goede chauffeurs. De beheersing van de auto is veelal ondermaats en verkeersregels worden gezien als vage richtlijnen waar wel enige rek in zit. Gezien de torenhoge boetes die bij aanhouding naar aanleiding van een overtreding door de politie kunnen worden opgelegd, verdient het voor toeristen de aanbeveling de regels strikt op te volgen.
De volgende zaken zijn belangrijk in het verkeer in IJsland:
Autorijden is een luxe die veel IJslanders zich enkele tientallen jaren geleden niet konden veroorloven. Wie het nu nog steeds niet kan betalen, wordt gezien als loser. En zo plegen veel autobezitters zich ook jegens hen te gedragen.
Toeristen die zich met de auto buiten de hoofdstad begeven, doen er goed aan vooraf te checken of de gewenste route wel begaanbaar is. Dat kan via het internet. De belangrijkste website hiervoor is die van Vegagerðin (www.road.is); de IJslandse wegbeheerder, vergelijkbaar met Rijkswaterstaat. Vooral de sectie van de website waarin de 'road conditions' staan weergegeven is interessant. Hier is voor tientallen plekken in het hele land actuele informatie te vinden over het weer, de wegconditie en het aantal passerende auto's. De wegeninformatie van Vegagerðin is in IJsland ook telefonisch verkrijgbaar via nummer 1777. Uitgebreidere informatie over de weersverwachting is te verkrijgen via de website van Veðurstofa Íslands (www.vedur.is); het IJslands meteorologisch instituut. Ook website www.belgingur.is geeft duidelijke informatie met betrekking tot het weer. Het ministerie dat over het verkeer in IJsland gaat (Umferðarstofa), verstrekt op haar website (www.us.is), speciaal voor toeristen, informatie over specifieke situaties die vooral in IJsland op de weg kunnen voorkomen. Het verdient de aanbeveling die informatie voor vertrek naar IJsland door te nemen. Dat geldt ook voor de informatie op website www.safetravel.is van ICE-SAR / Slysavarnafélagið Landsbjörg; de IJslandse reddingsdiensten. Overigens is het alarmnummer voor alle hulpdiensten 112.
Hoewel Reykjavík geen bijzonder grote stad is, kent de stad wel een drukke spits. Hier is vooral het voor het forensenverkeer gebrekkige openbaar vervoersysteem debet aan; vrijwel iedereen gaat met de auto naar het werk. Het gevolg is dat er regelmatig opstoppingen ontstaan. Vooral voor de niet altijd even logisch ingestelde verkeerslichten. De meeste IJslanders laten het allemaal maar geworden en wachten geduldig op hun beurt. Voor West-Europeanen vergt dit enige aanpassing. Gelukkig heeft vooralsnog het bumperkleven zijn intreden in IJsland nog niet gedaan.
Over het algemeen valt het gebruik van de auto voor vervoer binnen de stad niet echt aan te bevelen, aangezien vrijwel alle toeristische bestemmingen eenvoudig te voet bereikbaar zijn. Bovendien lijken de onuitspreekbare straatnamen voor buitenstaanders in het begin allemaal op elkaar. Hierdoor is het moeilijk om de weg te vinden in de stad zonder hulp van een navigatiesysteem (er bestaan helaas geen kaarten voor de TomTom, maar wel voor andere systemen). Het kan zonder navigatiesysteem lijken alsof er alleen maar rondjes gereden worden, hetgeen natuurlijk erg frustrerend kan zijn.
Voor het verkennen van het IJslandse landschap is een auto voor de meeste toeristen een ideaal vervoersmiddel. Hoewel op deze pagina nogal wat waarschuwingen staan, zal het in de praktijk voor de meeste mensen allemaal wel meevallen en zal de autotocht een onvergetelijk indruk maken.
Voor het rijden buiten de stad geldt dat bestuurders de reis altijd goed moeten voorbereiden. Zo is het handig de hierboven reeds genoemde websites te raadplegen. Het is zaak tevens een goede wegenkaart mee op pad te nemen en daarnaast eventueel gebruik te maken van een navigatiesysteem. Sommige routeborden geven namelijk een wel heel vreemde weergave van de situatie. Houd er bovendien rekening mee dat Google Maps vaak geen gedetailleerde informatie verstrekt, in gebieden waar geen mobiele dekking is. Check ook of er een reservewiel in goede conditie aanwezig is en gereedschap om indien noodzakelijk een wiel te wisselen. Bij winterse omstandigheden is het tevens raadzaam een sneeuwschep en sleeptouw mee te nemen, zodat het mogelijk is los te komen uit sneeuwduinen. Het meenemen van extra proviand is in zo'n situatie handig.
Weg 41 van de luchthaven Keflavík naar Reykjavík is, behalve delen van de rondweg 1, de enige weg buiten de steden die is ingericht als snelweg met gescheiden rijbanen. Voor de rest bestaan de meeste primaire wegen uit één baan met in beide richtingen één strook. Veel grotere plaatsen en toeristische bestemmingen zijn over dit soort wegen bereikbaar. Steeds populairder worden de 2+1 wegen, waarbij er twee rijstroken in de ene richting zijn en eentje in de andere, waarbij de rijbanen worden gescheiden door een middengeleider. Om de paar kilometer wisselt dan de rijrichting die twee stoken heeft en welke eentje. In principe zijn alle wegen tot de derde boerderij, gerekend vanaf de rondweg, geasfalteerd. Secundaire wegen zijn vaak gemaakt van dicht samengepakt zwart gravel. Hoewel het berijden van dergelijk wegdek vaak eenvoudig lijkt, neemt de kans op slippartijen erop aanzienlijk toe. Bovendien is er meestal geen wegmarkering aanwezig. Het is altijd raadzaam de snelheid aan de situatie aan te passen.
Voornamelijk langs de zuidkust zijn veel bruggen en tunnels aangelegd. Soms zijn die zo smal dat voertuigen elkaar er niet kunnen passeren. Het is dan zaak om gewoon even te wachten tot de weg vrij is. Sommige tunnels zijn maar spaarzaam verlicht en erg lang. Voor claustrofobisch aangelegde mensen kan zoiets zenuwslopend zijn. Vaak is het mogelijk te kiezen voor een langere alternatieve route. In sommige hele lange tunnels zijn om de 300 meter passeerstroken aanwezig. De enige weg waar tol moet worden betaald, is de Vaðlaheiðargöng. De tunnel maakt deel uit van ringweg 1 en bevindt zich direct ten oosten van Akureyri. De op 21 december 2018 geopende tunnel heeft een lengte van ongeveer 7400 meter en vervangt een deel van de rondweg dat nu wegnummer 83 / 84 draagt. Deze weg is te gebruiken (niet geadviseerd bij slechte weersomstandigheden) door mensen die geen tol (ISK 1500 voor auto's) wensen te betalen. De tol kan uitsluitend worden voldaan via internet, via deze link. Er is automatische kentekenregistratie, waardoor veel onwetende toeristen verrast worden door he boetbedrag. Een ander wegdeel in IJsland waar tot 2018 tol werd geheven is de Hvalfjarðargöng. Deze tunnel in de rondweg is 5762 meter lang en gaat onder een fjord door. De tunnel werd op 11 juli 1998 geopend en verkort de weg van Reykjavík naar Akranes met ongeveer 60 kilometer. Sinds 2018 is deze tunnel dus tolvrij! Een bizarre tunnel is de 9113 meter lange Vestfjarðagöng nabij Ísafjörður in de richting Flateyri. In deze tunnel bevindt zich halverwege een afslag haaks op de rijrichting voor verkeer in de richting Suðureyri.
Vee, zoals paarden en schapen, loopt in IJsland los door het landschap. Af en toe lopen de grazers zelfs op de wegen. Natuurlijk levert dit gevaarlijke situaties op, waarbij chauffeurs hun snelheid dienen aan te passen of eventueel zelfs dienen te stoppen. Als bestuurders na een botsing niet kunnen aantonen dat zij hun uiterste best hebben gedaan het vee te ontwijken, kunnen zij aansprakelijk worden gesteld voor de schade aan het dier. Schapen lopen meestal in koppeltjes van drie. Wanneer zich twee schapen aan de ene zijde van de weg bevinden, is het waarschijnlijk dat het derde schaap pas oversteekt nadat het van de auto schrikt. Soms is dat pas op het allerlaatste moment.
Bij het inschatten van de benodigde reistijd voor een tocht, kan worden geschat dat over asfaltwegen per uur ongeveer 80 kilometer kan worden afgelegd. Over gravelwegen is dit ongeveer 70 kilometer. Naarmate wegen verder van de rondweg af liggen, zijn wegen minder goed begaanbaar en neemt de afstand die binnen een bepaalde tijdseenheid kan worden afgelegd aanzienlijk af.
Vooral buiten de stad rijden nogal wat vreemd ogende auto's rond. Vaak zijn dit 4x4 mastodonten (de zogenaamde fjallabil) met 44"-banden, waar ze in populaire televisieprogramma's als Pimp My Ride, Chop Chop: London Garage en West Coast Customs nog een puntje aan kunnen zuigen. IJslanders houden het namelijk niet meer als ze een vette auto zien. Behalve dat de auto's meestal lomp groot zijn, hebben ze meestal toch wel enig nut. Sommige delen van IJsland zijn per gewone vierwiel aangedreven auto namelijk nauwelijks begaanbaar. Zo'n '4x4 on steroids' biedt dan soelaas. Er zijn verschillende bedrijven die auto's aanpassen. Arctic trucks is daarvan de bekendste.
Mensen van buiten de stad, klagen vaak over de vlotte rijstijl van de mensen in Reykjavík. De hoofdstedelijken klagen op hun beurt over de rijstijl van het utanbæjarfólk; de plattelandsrijders.
Grappig is trouwens dat voor de aanleg van infrastructurele werken altijd eerst een elfenexpert wordt geconsulteerd om te voorkomen dat wegen op 'verkeerde' plaatsen worden aangelegd. Soms gaat zo'n expert zelfs in gesprek met de elfen en trollen en worden er op basis daarvan aanpassingen gedaan of wordt er even gewacht, zodat de elfen de tijd hebben om te verhuizen.
Rondom IJsland ligt de ringweg (Hringvegur) 1 met een totale lengte van 1322 kilometer. Deze weg verbindt vrijwel alle belangrijke plaatsen in het land met elkaar en wordt daarom ook wel Þjóðvegur (volksweg) genoemd. De weg bestaat sinds 1974 en de aanleg zorgde ervoor dat afgelegen gebieden, waar zelden bezoekers kwamen, plotsklaps bereikbaar werden. Ook de duur van een rit tussen grote plaatsen werd sterk gereduceerd. Nam de tocht tussen Reykjavík en Akureyri eerder nog een hele dag in beslag, na de aanleg kon de rit worden volbracht in zes uur en tegenwoordig zelfs in vijf uur.
Een rondje IJsland maken over de rondweg staat hoog op het verlanglijstje van veel vakantiegangers. Hoewel er lange saaie stukken in zitten, is er ook buitengewoon veel te zien. Het wegdek van de rondweg bestaat grotendeels uit asfalt. Slechts een klein deel, in het zuidoosten, is gemaakt van gravel. Dit deel valt grotendeels te ontwijken door gebruik te maken van de volledig geasfalteerde Suðurfjarðarvegur (met daarin de 5850 meter lange tunnel Fáskrúðsfjarðargöng) 96 en Norðfjarðarvegur 92.
Tijdens vulkaanuitbarstingen is het soms niet veilig de weg langs de zuidkust te gebruiken. Deze wordt dan afgesloten. Vaak raakt de weg, of de bruggen die erin zijn aangelegd, beschadigd tijdens een uitbarsting. Meestal wordt daarvoor een passende oplossing gevonden. Die kost echter meestal wel extra reistijd.
Het rijden over de wegen op de hoogvlakten is eigenlijk alleen voorbehouden aan de echte avonturiers. De hoogvlakten gezamenlijk vormen namelijk de grootste woestijn van Europa. De wegen volgen oude paardenroutes die zijn volgestort met puin en gravel, zodat ze begaanbaar zijn voor voertuigen. De meeste wegen/paden in de hooglanden hebben een 'F' voor het wegnummer. Deze wegen zijn meestal pas in juni sneeuwvrij en mogen alleen worden bereden door auto's met vierwielaandrijving. In een gewone auto of met een motor zijn de wegen niet begaanbaar of zijn delen van de route letterlijk levensgevaarlijk. Voorbereiding is hier de sleutel tot een succesvolle tocht. Voor onervaren chauffeurs is het niet verstandig zo'n tocht te ondernemen zonder professionele begeleiding. Op die manier kunnen gevaren tot een minimum worden beperkt. Het is verstandig op de langere routes altijd in groepen bestaande uit minimaal twee voertuigen op pad te gaan, zodat er niet direct een noodsituatie ontstaat wanneer een voertuig defect raakt. Het is aan te raden altijd met iemand die niet meereist afspraken te maken, zodat die persoon eventueel alarm kan slaan wanneer de auto niet tijdig de bestemming bereikt. Jaarlijks moeten er ongeveer duizend mensen van de hoogvlakten worden gered door de hulpdiensten. Veel mensen zullen namelijk bij pech of midden in een complete white-out pas ervaren hoe angstaanjagend afgelegen en onverbiddelijk de omgeving in de hooglanden is. Het inwinnen van advies voordat je je in zo'n gevaarlijke omgeving waagt, is dus geen overbodige luxe.
Een rit over de hoogvlakten gaat vrijwel altijd over slechte wegen waarin rivieren moeten worden overgestoken. Bij een rivieroversteek is het handig goed te inventariseren hoe diep het water zal zijn. Tijdens de oversteek moet er een lichte curve gemaakt worden. Het eerste deel wordt licht tegen de stroom in gereden en in het tweede deel wordt dat gecompenseerd. Aanhangers en caravans gaan overigens drijven in de rivieren. Voor je het weet ben je ze kwijt. Voordeel van de aanwezigheid van de rivieren is dat het water erin zo helder is, dat het zonder verdere behandeling kan worden gedronken. Andere vloeistoffen zijn niet zo overvloedig aanwezig. Benzine bijvoorbeeld. Jerrycans mee dus! Degene die verwacht dat de oversteek van een rivier sowieso geen problemen gaat opleveren, omdat de wagen is voorzien van een lier die kan worden ingezet wanneer het moeilijk wordt, moet begrijpen dat er in de hooglanden niets is om de lier aan te verankeren.
Een populaire route gaat via de weg F26 (Sprengisandsleið). Deze weg begint in het verlengde van weg 26 (Landvegur) voorbij de plaats Selfoss. De weg loopt in noordelijke richting en gaat uiteindelijk over in de 842, die nabij Goðafoss de rondweg 1 kruist. Veel mensen kiezen ervoor om op de F26 de afslag naar de F910 te nemen. Deze weg, noordelijk van de gletsjer Vatnajökull, leidt naar de acht kilometer brede krater van de vulkaan Askja (het laatste stukje via de F894) en vervolgens naar de rivier Lagarfljót nabij Egilsstaðir. Een beter begaanbare route (want voorzien van bruggen) van noord naar zuid v.v. is de Kjölur (officieel Kjalvegur); de 35 (dus geen 4WD verplicht). Deze begint nabij de watervallen Gullfoss en eindigt ten zuiden van de plaats Blönduós. Ook de korte route F985 wordt regelmatig bereden. Deze bijzonder spectaculaire weg begint bij het plaatsje Smrylabjörg op enkele kilometers ten oosten van het gletsjermeer Jökulsárlón en leidt richting een op 815 meter hoog gelegen restaurant waar van één van de mooiste uitzichten op de gletsjer Vatnajökull genoten kan worden. De locatie van deze route is te vinden via deze link naar Google Maps.
Een bezoeker van deze website, mailde ons de volgende informatie:
Sinds IJsland populair is geworden op Instagram, omdat er wat filmsterren naartoe zijn geweest, trekt IJsland jongeren aan die hun reis niet voorbereiden en dat soms met de dood moeten bekopen. Twee Chinese toeristen zijn op Solheimasándur doodgevroren toen ze van hun auto naar het wrak van het in 1973 neergestorte vliegtuig wilden lopen en door mist en een sneeuwstorm verrast werden. Wie per auto heel IJsland door wil, kan dat beter niet in de winter proberen, want IJslandse winters gaan vaak gepaard met ijzel, sneeuw, sneeuwduinen en met wegen die soms 3 dagen afgesloten blijven. Dat je na aankomst met de boot in Seyðisfjörður eerst over een bergpas moet rijden is correct, maar veel Nederlanders uit het laagland moet men helaas ook uitleggen hoe rijden in de bergen werkt. Jongeren zijn opgevoed met lage toeren en zuinig rijden, maar in de bergen moet je terugschakelen om boven te komen en ook remmend op de motor in lage versnelling bergaf, tegen oververhitte remmen. Bij bergritten kan het technisch gezien geen kwaad als een benzinemotor 4000 toeren per minuut draait, maar wie dat niet gewend is, durft niet. Ik maak liever meer lawaai, dan dat ik mijn motor in de soep draai!
Veel toeristen zullen het eiland verkennen in een huurauto. Het huren van een auto is vaak een prijzige aangelegenheid. In vergelijking met vervoer per bus is het echter meestal toch voordeliger, zeker wanneer er bijvoorbeeld in een gezelschap van vier personen wordt gereisd. Bovendien biedt een huurauto veel meer bewegingsvrijheid dan de bus.
Voor mensen die een paar dagen in IJsland verblijven, zal een kleine auto volstaan. De route van de populaire 'Golden Circle' is bijvoorbeeld prima te doen in een koekblikje. Voor mensen die wat langer op IJsland verblijven, en die daarbij zelf wat zaken willen ontdekken, is een wat grotere auto al snel aan te bevelen. Een kleine 4x4 (Suzuki Jimmy ofzo) bijvoorbeeld. Meestal zijn die niet eens heel veel duurder dan een kleine auto. Mensen die een uitgebreide rondtoer gaan doen, zullen al snel kiezen voor een auto uit de comfortabelere segmenten. Meestal is het mogelijk om bij het boeken van een reis gelijktijdig een auto te huren. Omdat reisorganisaties prijsafspraken kunnen maken met verhuurders, kan dat heel voordelig zijn.
Het is geen overbodige luxe een verzekering met een uitgebreide dekking af te sluiten en het eigen risico zoveel mogelijk af te kopen. Het aantal toeristen dat in IJsland enige vorm van schade aan de huurauto oploopt is namelijk erg hoog. De standaardverzekering biedt meestal slechts dekking bij schade door een aanrijding of vandalisme. Het is raadzaam een polis af te sluiten die dekking biedt bij schade door natuur, steenslag, storm en eventueel brand. Wordt zo'n polis niet afgesloten en raakt de auto beschadigd in een sneeuwstorm of door steenslag op een gravelweg, dan moeten de kosten daarvan door de huurder betaald worden. Wanneer door steenslag een ster in de ruit ontstaat, valt de schade soms alleen onder de dekking indien gemeld wordt dat deze is ontstaan door toedoen van een tegenligger. Een andere vorm van schade ontstaat wanneer de deuren worden geopend tijdens storm. Dit valt te voorkomen door te proberen de auto met de neus in de wind te parkeren.
Handig is de website iceland.carrentals.is. Hierop worden de verhuurprijzen van verschillende lokale verhuurders in IJsland vergeleken. Vermeldenswaardig is ook verhuurder SADcars. De modellen die dit bedrijf verhuurt zijn al wat ouder, maar daardoor wel een stuk voordeliger qua huurprijs.
Wanneer u graag de IJslandbestendigheid van de eigen auto wilt testen, zult u eerst een manier moeten vinden om uw auto in IJsland te krijgen. Gelukkig kan dat relatief eenvoudig met behulp van de veerboot van Smyril Line, die van Hirtshals in Denemarken naar het plaatsje Seyðisfjörður in het oosten van IJsland vaart. Elk jaar zijn er behoorlijk wat Nederlanders die deze reis maken, al dan niet met de eigen sleurhut aan de trekhaak. De meeste van hen kiezen ervoor de ringweg te volgen en her en der te kamperen.
Denk erom dat het IJslandse landschap, en dan met name de wegen, meer van uw auto vergen dan het wegennet dat u in West-Europa gewend bent. Direct na aankomst in Seyðisfjörður zal er bijvoorbeeld al een flinke pas getrotseerd moeten worden richting Egilsstaðir.
Het is voor West-Europeanen niet nodig een autoverzekering af te sluiten bij een IJslandse verzekeraar. Het is natuurlijk behoorlijk onverstandig om voor vertrek niet te checken of de boel wel goed verzekerd is. Zekerheid hierover is te vinden in de polis van de autoverzekering. Eventueel kan de verzekeraar er duidelijkheid over verschaffen.
Een andere wijze om de auto naar IJsland te transporteren is per zeecontainer. Informatie hierover is op te vragen bij Samskip (Waalhaven Oostzijde 81, Rotterdam). Er zijn echter nogal wat formaliteiten die hiervoor geregeld dienen te worden. Voor het met hetzelfde schip als de container meevaren bestaan geen faciliteiten aan boord.
Tankstations (bensínstöð) zijn te vinden in elke plaats waar meer dan een paar huizen bij elkaar staan. De exacte locaties van de tankstations zijn op te zoeken op (goede) landkaarten en eventueel op Google Maps. Ook de websites van de grootste benzineleveranciers in IJsland bieden dergelijke informatie. Voorbeelden van grote ketens van tankstations zijn: www.n1.is, www.orkan.is, www.olis.is, www.ob.is, www.skeljungur.is en www.atlantsolia.is. De grootste afstand tussen tankstations bedraagt 250 kilometer. Op vrijwel alle andere plaatsen in IJsland is een benzinepomp te vinden binnen 100 kilometer (ze liggen 200 kilometer uit elkaar) afstand. Dit geldt ook voor de hoogvlakten. De benzineprijzen zijn vrij hoog, liggen rond het niveau van de prijzen in Nederland en zijn derhalve flink hoger dan in België. Hoewel tankstations vaak ruime openingstijden kennen, kan er 's nachts over het algemeen alleen bij automaten getankt worden. Een liter diesel kost ongeveer hetzelfde als een liter normale benzine. Een actueel overzicht van de benzineprijzen per tankstation is te vinden op de website gsmbensin.is.
Grappig is de bizarre wijze waarop IJslanders plegen hun auto te parkeren. Zomaar de auto in een perkje, dwars op de stoep, half op de rijbaan of voor een uitrit plaatsen mag voor ons dan bijzonder asociaal lijken, in IJsland is het de normaalste zaak van de wereld. Het is soms bij het belachelijke af. Zelfs op parkeerplaatsen waar de ruime vakken netjes met witte lijnen staan aangegeven, slagen de IJslanders er in om de boel tot een chaos te maken. Voor elke andere plek geldt dat wanneer er een auto past, deze daar ook geparkeerd zal worden. De meeste IJslanders hebben daar ook totaal geen probleem mee en zelfs de hoeders van de wet kijken minzaam toe als er fout word geparkeerd.
In de onderstaande tabel staan afstanden tussen verschillende grotere plaatsen in IJsland weergegeven. Deze zijn gemeten tussen de absolute centra van de steden.
Van/naar | Reykjavík | Vliegveld | Akureyri | Egilsstaddir | Isafjordur | Hofn | Selfoss | Husavik |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Reykjavik | x | 51 | 386 | 650 | 451 | 455 | 55 | 477 |
Vliegveld | 51 | x | 432 | 696 | 497 | 497 | 98 | 523 |
Akureyri | 386 | 432 | x | 266 | 557 | 510 | 430 | 93 |
Egilsstaddir | 650 | 696 | 266 | x | 821 | 247 | 639 | 221 |
Isafjordur | 451 | 497 | 557 | 821 | x | 895 | 495 | 648 |
Hofn | 455 | 497 | 510 | 247 | 895 | x | 400 | 465 |
Selfoss | 55 | 98 | 430 | 639 | 495 | 400 | x | 520 |
Husavik | 477 | 523 | 93 | 221 | 648 | 465 | 520 | x |
De verkeersborden in IJsland zijn grotendeels gelijk aan die wij in West-Europa kennen, behalve dat ze een gele kleur hebben, waar ze bij ons wit zijn. Dit is natuurlijk gedaan omdat geel beter zichtbaar is tegen een achtergrond van sneeuw.
Langs de IJslandse wegen staat een aantal borden dat wij in West-Europa niet zo snel tegen zullen komen. Hieronder zijn een aantal van die borden weergegeven.
In de onderstaande tabel staan de boetebedragen weergegeven die gelden op de wegen in IJsland. In de eerste rij staan de toegestane snelheden. In de eerste kolom staan de gereden snelheden. De gevonden getallen maal 1000 geven het boetebedrag plus de eventuele rijontzegging in maanden weer.
Snelheid | 30 | 35 | 50 | 60 | 70 | 80 | 90 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
36-40 | 5 | ||||||
41-45 | 10 | 5 | |||||
46-50 | 15 | 10 | |||||
51-55 | 20 | 15 | |||||
56-60 | 25 | 20 | 5 | ||||
61-65 | 45 + 3 | 25 | 10 | ||||
66-70 | 55 + 3 | 30 | 15 | 5 | |||
71-75 | 70 + 3 | 50 + 3 | 20 | 10 | |||
76-80 | 55 + 3 | 25 | 15 | 5 | |||
81-85 | 70 + 3 | 30 | 20 | 10 | |||
86-90 | 40 | 30 | 15 | 10 | |||
91-95 | 50 | 40 | 30 | 20 | |||
96-100 | 60 | 50 | 40 | 30 | 10 | ||
101-110 | 90 + 3 | 60 | 50 | 50 | 30 | ||
111-120 | 110 + 3 | 80 + 1 | 60 | 60 | 50 | ||
121-130 | 130 + 3 | 110 + 1 | 80 + 1 | 80 | 70 | ||
131-140 | 130 + 3 | 110 + 2 | 110 + 1 | 90 | |||
141-150 | 140 + 3 | 140 + 2 | 130 + 1 | ||||
151-160 | 150 + 3 | 140 + 2 | |||||
161-170 | 150 + 3 |
⇑ terug naar boven ⇑