IJslanders doen flink hun best om hun lichaam in conditie te houden. Er wordt vooral op amateurniveau behoorlijk veel gesport. Gezien de weerbeeld zijn vooral sporten die binnen beoefend kunnen worden populair. In en rondom Reykjavík staat een aantal uit de kluiten gewassen sportscholen en de stad telt maar liefst negen zwembaden.
In het binnenland wordt ook veel gesport. Bijna elk dorp beschikt over een zwembad. Binnen een gemeenschap is dit behalve voor sportief en recreatief gebruik vooral ook een sociaal belangrijke ontmoetingsplek. Er bestaan veel omniverenigingen, waarbij door leden van dezelfde club verschillende sporten kunnen worden beoefend.
De voetbalbond is de bond die het meeste leden telt, maar de nationale sport is Glíma; IJslands worstelen. Daarnaast mag ook handbal zich rekenen tot de nationale sporten, omdat IJsland daarin internationaal gezien het best gepresteerd heeft.
Als supporters een IJslands team verbaal aanmoedigen, zingen ze natuurlijk een IJslandse variant van het 'Hup Holland hup'. Vaak wordt daarbij het lied Gerum okkar besta (laten we ons best doen) gezongen, met daarbij als refrein Við látum hendur standa fram úr ermum (steek de handen uit de mouwen). Ook veel gehoord is de kreet Áfram Ísland! (Vooruit IJsland).
De IJslandse voetbalbond telt ongeveer twintigduizend leden en is daarmee de grootste sportbond van IJsland. In IJsland bestaan 127 voetbalclubs die in competitieverband tegen elkaar uitkomen. De landelijke competitie staat onder leiding van de IJslandse voetbalbond: Knattspyrnusamband Íslands. De hoogste divisie is de Úrvalsdeild (Pepsi-deild), waarin twaalf teams tegen elkaar uitkomen. Onderling spelen de teams, van begin mei tot begin oktober, 22 wedstrijden tegen elkaar. Na de Pepsi-deild komen de eerste (1. deild karla), tweede en derde divisie, waarvan de laatste in regio's wordt gespeeld. Het meest succesvolle team van IJsland is, met 26 titels, KR (Knattspyrnufélag Reykjavíkur). In 2015 werd FH (Fimleikafélag Hafnarfjarðar) landskampioen. Het jaar daarvoor mocht Stjarnan F.C., uit het stadje Garðabær, zich tot kampioen laten kronen.
Af en toe weet een IJslandse topvoetballer internationaal door te breken. Opvallend vaak gaat dat via Nederland. Recent speelden bijvoorbeeld de volgende IJslandse spelers in dienst van clubs in de Nederlandse of Belgische competitie:
De IJslandse speler die de meeste doelpunten in één seizoen maakte in de Nederlandse competitie is Alfreð Finnbogason van SC Heerenveen in het seizoen 2012-2013. Hij scoorde maar liefst 24 goals. Dat is er eentje meer dan Pétur Pétursson er maakte voor Feyenoord in het seizoen 1979-1980. Alfreð Finnbogason slaagde er echter niet in topscorer van Nederland te worden. Hij moest de Ivoriaan Wilfried Bony (31 goals) van Vitesse en de Italiaan Graziano Pellè (27 goals) van Feyenoord voor zich dulden.
Andersom is het ons niet bekend of Nederlandse of Belgische voetballers ooit erg succesvol zijn geweest in de IJslandse competitie.
In totaal heeft IJsland veertien interlands tegen Nederland gespeeld. Daarvan verloor IJsland er tien, er werd tweemaal gelijk gespeeld en tweemaal door IJsland gewonnen. Op 13 oktober 2014 wist IJsland voor het eerst van Nederland te winnen (2-0) in de kwalificatiereeks voor het EK voetbal in Frankrijk. Op 3 september won IJsland in Amsterdam ook de uitwedstrijd tegen Nederland. Ditmaal werd het 0-1. Deze pijnlijke nederlaag betekende voor oranje het eerste thuisverlies in een EK-kwailficatiewedstrijd sinds 52 jaar (Op 30-10-1963 verloor Nederland met 1-2 van Luxemburg) en het eerste thuisverlies in een kwalificatieronde (EK/WK) sinds 11-10-2010, toen Nederland van Portugal verloor. Bovendien is IJsland hiermee tot nu toe de enige tegenstander die Nederland in één kwalificatiereeks tweemaal wist te verslaan. Tegen België speelde IJsland zeven interlands. België trok in al die duels aan het langste eind.
De voetbalinterlands die op IJslandse bodem worden afgewerkt, vinden plaats in het nationale stadion Laugardalsvöllur te Reykjavík. Dit kleine ongezellige stadion, met voor toeschouwers hinderlijk aanwezige sintelbaan, biedt plaats aan 9.800 zittende bezoekers.
Gedurende de lange en koude winterperiode die IJsland kent is het 's winters nauwelijks mogelijk om te trainen en wedstrijden te spelen. Daarom zijn er in de plaats Kópavogur twee indoorhallen gebouwd die zo groot zijn dat er een heel voetbalveld in past. Aan de westkant van Kópavogur staat de hal Fífan en aan de oostzijde de hal Kórinn.
De IJslandse voetbalbond heeft een eigen website: www.ksi.is. Het adres van de website van landskampioen KR is www.kr.is.
Behalve het 'normale' voetbal, wordt elk jaar in augustus te Ísafjörður in de Westfjorden tevens het officieuze Europees Kampioenschap moerasvoetbal (Mýrarboltinn) georganiseerd. Dit is een erg leuk, niet al te serieus, evenement. Tijdens het toernooi wordt de naam van Ísafjörður tijdelijk gewijzigd in Ibizafjörður. Om de wedstrijden in goede banen te leiden is in de spelregels onder andere opgenomen dat de wedstrijden 'niet te lang en niet te kort' zullen duren en er bestaan nog allerlei andere grappige regels. Er wordt gestreden in teams van zes spelers. Toeristen zonder team kunnen gewoon meedoen in een team dat op de speeldag zelf wordt samengesteld. Meer informatie over dit geniale evenement is te vinden op de website van de organisatie: myrarbolti.com.
Gezien de ligging van IJsland zou het voor de hand liggen te denken dat IJsland voornamelijk tijdens de Olympische winterspelen medailles zou halen. Niets is minder waar, want alle vier de plakken die IJsland op Olympisch niveau in de wacht wist te slepen, werden behaald op de zomerspelen. Goud wist een IJslandse sporter nooit te behalen. Op de meeste onderdelen geldt voor IJsland dan ook de Olympische gedachte van Pierre de Coubertin: “Het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden.”
Te Melbourne (1956) werd door Vilhjálmur Einarsson zilver behaald op het hink-stap-springen. Brons was er voor judoka Bjarni Friðriksson in de klasse tot 95 kilogram in 1984 te Los Angeles en voor polsstokhoogspringster Vala Flosadóttir bij de spelen van Sydney 2000.
Het meest recente Olympische succes werd behaald op de Olympische spelen van Beijing in 2008. Hier behaalde de herenhandbalploeg van IJsland de zilveren plak, nadat in de finale verloren werd van Frankrijk. Daarmee is IJsland het kleinste land ter wereld dat ooit een Olympische medaille bij een teamsport won. Na terugkeer in IJsland werd het team door ongeveer 40.000 trotse IJslanders verwelkomd in Reykjavík. Na een rondrit op een open wagen werd het team bij Arnarhóll ontvangen door president Ólafur Ragnar Grímsson. De spelers werden verheven in de nationale ridderorde; de Orde van de Valk (hin íslenska fálkaorða).
Alle sportbonden in IJsland vallen onder het nationaal Olympisch comité van het land: het Íþrótta- og Ólympíusamband Íslands of in het kort ÍSÍ. De website van dit comité is www.isi.is.
Tijdens de Olympische spelen te Londen in 2012 heeft IJsland naar verhouding behoorlijk gepresteerd. Veel werd verwacht van de handbalheren. Zij wisten echter de finale niet te bereiken. Voor de rest werden in verschillende sporten persoonlijke en nationale records gebroken.
IJsland begon het Olympische handbaltoernooi goed. Alle vijf de poulewedstrijden in poule A werden met een overwinning afgesloten. Er werd gewonnen met 31-25 van Argentinië, met 22-32 van Tunesië, met 32-33 van Zweden (de eerste overwinning op Zweden in 48 jaar), met 30-29 van Frankrijk en met 41-24 van het gastland Groot-Brittannië. Na de groepsfase leek IJsland hard op weg naar de finale. Het ging echter mis in de kwartfinale tegen Hongarije (de nummer vier uit poule B). IJsland verloor met 33-34 na de verlenging, nadat de eindstand in de reguliere speeltijd 27-27 was en na de eerste verlenging 30-30. Winnaar van het toernooi werd Frankrijk.
Speerwerpster Ásdís Hjálmsdóttir (fanatiek op Twitter (@asdishjalms) mocht voor IJsland de vlag dragen tijdens de openingsceremonie. Haar persoonlijke record stond op 61.37m. Tijdens de kwalificaties gooide direct met haar eerste worp 62,77m. Dat was een ruime verbetering van het nationale record van IJsland. Ze plaatste zich ermee voor de finales. Daar wist ze de prestatie niet te herhalen, waardoor ze elfde werd. Op de marathon deed Kári Steinn Karlsson mee. Zijn pr staat op 2:17:12. Tijdens de marathon van Londen werd hij 42ste in 2:18:47. Het was de eerste keer dat een IJslander de Olympische marathon uitliep. Kogelstoter Odinn Bjorn Thorsteinsson gooide tijdens de kwalificaties 17.62m. Daarmee werd hij 36ste.
Voor Tormodur Jonsson, die meedeed in de gewichtsklasse 100+, was het toernooi na 1:48m voorbij. Hij verloor door een ippon in de eerste ronde van de Braziliaan Rafael Silva, die er uiteindelijk met het brons vandoor ging.
Badmintonster Ragna Ingólfsdóttir mocht de IJslandse vlag dragen tijdens de sluitingsceremonie van de spelen. Ze werd tijdens het individuele badmintontoernooi ingedeeld in de poule bij de Litouwse Akvilė Stapušaitytė en de Nederlandse Jie Yao. Ze won in twee sets van de Litouwse met 21-10 en 21-16. Dit was de eerste IJslandse overwinning in een Olympische badmintonwedstrijd ooit. Van Jie Yao werd echter verloren met 21-12 en 25-23. Daarmee was ze uitgeschakeld. Ze besloot daarna haar racket aan de wilgen te hangen.
Op de schietbaan verscheen voor IJsland Ásgeir Sigurgeirsson. Op het onderdeel 10 meter luchtpistool behaalde hij de 14de plek en op het nummer 50 meter pistool werd hij 32ste.
Het zwemmen telde de meeste IJslandse deelnemers. Erg succesvol was IJsland echter niet. Het enige hoogtepunt werd behaald door de uit Orlando afkomstige Sarah Bateman. In de heats voor de 50 meter vrij eindigde ze samen met twee andere zwemsters op een gedeelde 16de plaats in 25.28s. De 16de plek beste prestatie ooit voor een IJslandse zwemster op de Olympische spelen. Het bleek echter niet voldoende voor het laatste ticket voor de halve finales. Tijdens de swim-off werd ze derde in 26.03s. De overige prestaties van de IJslanders waren
Handbal is één van de nationale sporten van IJsland. Samen met voetbal en basketbal is dit de sport die de voorpagina's van de kranten domineert. Elk tienjarig IJslands kind kan exact vertellen welke spelers er in het nationale team van IJsland spelen. Het is dan ook de sport waarin IJsland internationaal gezien het best presteert. Tijdens de Olympische Spelen in Beijing in 2008 behaalde de herenploeg de zilveren medaille. De verloren finale tegen Frankrijk werd destijds door 80% van de IJslanders op televisie bekeken. In 2010 behaalde de ploeg een bronzen medaille op het EK in Oostenrijk. Sindsdien vallen de prestaties enigszins tegen. Toch slaagde het team er uiteindelijk vrij eenvoudig in zich te kwalificeren voor de Olympische spelen te Londen in 2012. Er is natuurlijk ook een damesploeg, maar dat team draait slechts mee in de wereldwijde subtop.
Net als in het voetbal zijn er verschillende divisies waarin de landelijke competitie wordt gespeeld. Daarnaast zijn er ook regionale competities. Alle wedstrijden staan onder regie van de IJslandse handbalbond (Handknattleikssamband Íslands / www.hsi.is).
In de IJslandse competitie komen maar enkele van de beste spelers van het land in actie. De beste IJslandse handballers spelen in Duitsland, Denemarken en Noorwegen. De Duitse competitie staat bekend als één van de sterkste in de wereld.
In vrijwel alle noordelijke streken in de wereld is wel een vorm van worstelen populair. Dit komt vooral doordat het eenvoudig binnen beoefend kan worden. De IJslandse variant van de worstelsport is Glíma. Deze sport werd al in de tijd van de Vikingen naar IJsland gebracht. Destijds was het in geheel Scandinavië populair. In de andere Scandinavische landen verdween de sport echter doordat de kerk het als barbaars beschouwde. Ook in IJsland was de sport bijna verdwenen. In de loop van de vorige eeuw werd het echter weer een stuk populairder en dat is het gebleven.
Bij glíma (het spel van plezier) vechten twee worstelaars tegen elkaar. Ze dragen beiden een lederen harnas met riemen die zowel om het middel als om de bovenbenen zitten. Bij de starthouding pakken beide deelnemers elkaar met de rechterhand aan de riem op de linker heup vast. Met de andere hand grijpen ze de riem op de rechter dij. De opponenten staan rechtop en kijken bij elkaar over de schouder. Naar elkaars voeten kijken is niet toegestaan. Vervolgens draaien ze rechtsom om elkaar heen om bij elkaar een zwak punt te kunnen vinden. Op basis van die zwaktes pogen ze elkaar middels acht standaardgrepen (brögð) en combinaties daarvan uit evenwicht te brengen. Zodra een lichaamsdeel boven de knie of elleboog de grond raakt, heeft de tegenstander een punt. De winnaar van de partij is meestal degene die het eerst twee punten weet te maken. Een potje is soms binnen een flits beslist; langer dan een halve minuut duurt het zelden. Vaak wint niet degene die het meeste kracht en geweld gebruikt, maar degene met de meeste behendigheid en souplesse.
De beste worstelaar van IJsland wordt de Glímuköngur (glímakoning) genoemd en mag een jaar lang trost in de Grettisbelti (de Grettis-gordel) rondlopen.
In het verleden wisten de IJslanders het IOC te overtuigen de sport op het programma te zetten voor de Olympische spelen van Stockholm in 1912. Het werd daar op een avond in een hoek van het Olympisch stadion beoefend als demonstratiesport. Bij de volgende Olympische spelen (Antwerpen 1920) zou de sport wederom op het programma staan, ware het niet dat de Deense koning die zomer naar IJsland zou komen. IJsland besloot daarop de sportmannen thuis te laten, omdat het belangrijk was dat zij hun kunsten aan de koning toonden. De koning stelde zijn bezoek echter uit tot in 1921. En Glíma verdween van de Olympische kalender.
Er bestaat in IJsland een speciale sportbond voor Glíma. Dit is de Glímusamband Íslands (www.glima.is).
Zodra de omstandigheden het toestaan, binden veel IJslanders de lange latten onder. Nadeel is dat in het winterseizoen de dagen erg kort zijn en er dus weinig kan worden genoten van daglicht. Daarnaast wil wind nogal eens roet in het eten gooien, waardoor IJsland geen wintersportbestemming van betekenis is.
Langlaufen (Gönguskíðasvæðið) is behoorlijk populair en kan op veel plaatsen worden beoefend. Daarnaast bestaan er voor zover ons bekend een tiental skigebieden in het land die zijn uitgerust met skiliften, zodat er ook aan alpineskiën gedaan kan worden. Het is allemaal niet zo geweldig als in de Alpen, maar voor de liefhebbers toch de moeite waard. De bij ons bekende skigebieden zijn:
Een steeds populairder worden sport in IJsland is golf. Er zijn ongeveer 65 golfbanen in het land, waarvan er vijftien 18 holes tellen. De meeste golfbanen zijn gelegen op extreem mooie locaties. De meeste banen zijn bovendien behoorlijk uitdagend. Daardoor is IJsland een prima bestemming voor een golfvakantie. golficeland.org is een website die in het Engels buitengewoon goede informatie geeft over de verschillende golfbanen.
Een sport die al ongeveer duizend jaar geleden werd beoefend door de Vikingen was knattleikr. Hoe het spel exact gespeeld werd is niet bekend. Wel is duidelijk dat het een hele harde sport was. Het was een teamsport die werd gespeeld op een ijsvlakte. Een potje knattleikr duurde van 's ochtends vroeg tot middernacht. Waarschijnlijk leek het op een combinatie van (ijs)hockey, voetbal en rugby, maar dan gewelddadiger.
De volgende tekst beschrijft enigszins hoe het er tijdens een gezellig potje knattleikr op het speelveld aan toe ging:
“Þorgrímur was niet in staat zich staande te houden tegen Gísli, die hem op de grond wierp en er met de bal vandoor ging. Gísli wilde de bal opnieuw nemen, maar Þorgrímur was te snel. Vervolgens gooide Gísli hem zo gewelddadig op de grond dat de huid van zijn knieën en knokkels schuurde en uit zijn neus stroomde bloed... Gísli nam de bal in één sprong en smeet hem tussen de schouders van Þorgrímur, zodat die voorover viel en hij zei: "De bal brak op brede schouders, daarover mag niet worden geklaagd", uiteindelijk gingen de spelers uit elkaar als niet zulke goede vrienden als voorheen”.
Schaakbord = Skáktafl, Schaak = Skáka, Mat = Máta, Koning = Konungur, Koningin = Drottning, Frú, Toren = Hrókur, Loper = Biskup, Paard = Riddari, Pion = Peð
⇑ terug naar boven ⇑