Wie op de route tussen Akureyri en het meer Mývatn rijdt, passeert ongeveer halverwege, op ruim 50 kilometer van Reykjahlíð, de waterval Goðafoss; de Godenwaterval. Deze waterval ligt op ongeveer 500 meter van de ringweg. De Goðafoss waterval is ongeveer 30 meter breed en 12 meter hoog.
De waterval ligt nabij het gehucht Fosshóll in de rivier Skjálfandafljót. Met een lengte van 180 kilometer is dit de vierde rivier van IJsland. Hij ontspringt uit smeltwater van de Vatnajökull-gletsjer en mondt uit in de Skjálfandi-baai
Een stukje stroomafwaarts van de Goðafoss ligt nog een andere waterval, de Geitafoss. Deze waterval is wat minder spectaculair, maar is vanaf de voetgangersbrug over de Skjálfandafljót (vlak bij de rondweg), goed te bekijken.
In het dorpje nabij de brug in de ringweg zijn een hotel/guesthouse met restaurant, camping, winkeltje en tankstation aanwezig. Het dorpje ligt aan de oostelijke oever van de rivier. Aan deze zijde zijn verschillende wandelpaden richting de watervallen aanwezig. Deze oever biedt de mooiste uitzichten. Via de westoever is het mogelijk tot een parkeerterrein vlak bij de Goðafoss te rijden. Het uitzicht aldaar is van mindere kwaliteit. Via de oostelijke oever is het mogelijk de rivier nog wat verder stroomopwaarts te volgen, aan de westkant is dat onmogelijk, omdat een vertakking van de Skjálfandafljót hier de weg verspert.
Volgens de saga's - Íslendingabók om precies te zijn - kreeg de Goðafoss zijn naam naar aanleiding van een gebeurtenis in het jaar 999 of 1000. De wetspreker van het Alþing te Þingvellir was destijds ene Þorgeir Ljósvetningagoði die herenboer was van het gebied Ljósavatn, waarbinnen de waterval ligt. De Vikingen geloofden van oudsher in allerlei heidense goden. Onder leiding van Þorgeir werd in het jaar 999 of 1000 door het Alþing besloten de conversie te maken tot het Christelijk geloof. Toen Þorgeir in het jaar van de bekering terugkwam uit Þingvellir, besloot hij alle afgodsbeelden die bij bezat terstond van de waterval te mieteren en zodoende symbolisch afstand te nemen van het geloof in de heidense goden.
Het kleine dorpje bij de watervallen vormt een uitgangspunt voor autotochten door de hooglanden. Mensen die vanuit dit niemandsland naar nog dieper in niemandsland willen trekken, nemen hier weg 842 (Bárðardalsvegur) in zuidelijke richting. Deze weg gaat over in de hooglandweg F26 (Sprengisandsleið) en komt uiteindelijk uit ten oosten van Selfoss.
Verschillende schepen zijn vernoemd naar de waterval. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voer een stoomvrachtschip met de naam SS Goðafoss mee in een konvooi (UR-142) vanuit Loch Ewe in het noordwesten van Schotland naar Reykjavík. Dit konvooi werd op 10 november 1944 voor de zuidwestkust van IJsland aangevallen door de Duitse onderzeeer U-300. Eerst werd de Britse stoomtanker Shirvan getorpedeerd. Tegen de orders in poogde de MS Goðafoss de opvarenden van de tanker te redden. Daarbij werd het schip zelf getorpedeerd. Het zonk binnen zeven minuten. Hierbij kwamen 25 van de 44 opvarenden (43 IJslanders en 1 Brit) om het leven. Op 25 februari 1945 werd de U-300 zelf door de Britten tot zinken gebracht even ten westen van het Spaanse Cádiz. Vandaag de dag vaart een 165 meter lang schip van de rederij Eimskip rond met de naam MS Goðafoss.
⇑ terug naar boven ⇑
