Het voormalige nationale park Jökulsárgljúfur, maakt sinds 7 juni 2008, samen met de Vatnajökull-gletsjer en het voormalige nationale park Skaftafell, onderdeel uit van het nieuwe park Vatnajökull (Vatnajökullsþjóðgarður).
Jökulsárgljúfur (kloof van de gletsjerrivier) ligt in het noordoosten van IJsland en herbergt over een afstand van ongeveer 25 kilometer de gletsjerrivier Jökulsá á Fjöllum. Het nationale park werd in 1973 gesticht. Daarvoor was het privébezit in het landgoed Ás. Voordat het park opging in het nieuwe park Vatnajökull, had het een oppervlakte van zo'n 150 vierkante kilometer. Hoogtepunten van het gebied zijn de Ásbrygi-kloof en de watervallen Selfoss en Dettifoss.
De ondergrond van het park werd gevormd door een vulkaanuitbarsting 8000 jaar geleden die onder de rivier Jökulsá á Fjöllum plaatsvond. Deze woeste rivier is, met een lengte van ongeveer 206 kilometer, de op één na langste rivier van IJsland en voert met name water van de gletsjer Vatnajökull af. In het verleden vonden in de rivier grote vloedgolven (Jökulhlaups) plaats. Bij uitbarstingen van Bárðarbunga, de grootste vulkaan onder de Vatnajökull, werd door het gebied soms wel een half miljoen kubieke meter water per seconde afgevoerd via het fjord Öxarfjörður naar de Noordelijke IJszee. Onder andere door de Jökulsá á Fjöllum die de Jökulsárgljúfur waarschijnlijk in zeer korte tijd creëerde.
De Ásbrygi-kloof (de Godenburcht) werd gevormd door één of meerdere Jökulhlaups en ligt vlak bij de ingang van het park. In de tot wel honderd meter diepe, vier kilometer lange kloof maakte de rivier Jökulsá á Fjöllum, die tegenwoordig iets verder naar het oosten loopt, een bocht van 180 graden met een straal van ongeveer 500 meter. De Vikingen dachten dat de bocht een hoefafdruk van het paard Sleipnir was. Sleipnir was in de Noordse Mythologie het immens snelle vliegende achtbenige paard van Odin (de Noordse oppergod). IJsland zou zijn geschapen door Sleipnir.
De kloof is het te bezoeken vanaf zowel de bodem, de buitenzijde als de binnenzijde van de bocht. Het 25 meter hoge plateau aan de binnenzijde van de bocht wordt wel Eyjan (eiland) genoemd. Het uitzicht op de kloof en de rotspartijen is vanaf de verschillende punten adembenemend. In de kloof groeien van nature vooral berken en wilgen en lage groene struiken. Door aanplanting groeien er tevens sparren, coniferen en dennen.
Bij de toegang op de bodem van de kloof is een klein informatiecentrum gevestigd. Hier is informatie te verkrijgen over de verschillende wandelingen die door de omgeving gemaakt kunnen worden. Tevens is hier één van de twee ruime kampeerterreinen die zich in de kloof bevinden gelegen. De campings worden voornamelijk gebruikt door wandelaars. Het informatiecentrum is het startpunt voor een populaire wandelroute die helemaal naar de watervallen van Dettifoss leidt. Deze wandeling is binnen een dag eigenlijk niet te doen. Vanaf het informatiecentrum zijn tevens wandelingen te maken naar de basaltzuilen Hljóðaklettar (de echoënde rotsen) op de westoever van de rivier. Ook daar is een camping aanwezig. Langs de rivier staan nog andere grote zuilen. Eens waren dit kraters, maar door erosie zijn alleen de basaltkernen overgebleven. Ze luisteren naar namen als Karl og Kerling (kerel en oude vrouw) en Rauðhólar (rode heuvels).
De Dettifoss is, met een gemiddelde waterafvoer van 193 kubieke meter per seconde, de krachtigste waterval van Europa. De waterval in de 206 kilometer lange Jökulsá á Fjöllum-rivier is ongeveer een hectometer breed en 44 meter hoog. Hoewel de hoeveelheid water die over de waterval stroomt nogal kan variëren, is de kracht van al het vallende water behoorlijk overweldigend. Het uitzicht op de waterval is werkelijk adembenemend.
De watervallen zijn vanaf zowel de oostelijke als de westelijke oever te bereiken. Het snelst gaat het over de oostelijke oever, waar de watervallen liggen op zo'n 28 kilometer van het informatiecentrum bij de Ásbrygi-kloof, bij een afslag rechtsaf van de weg 864. Mooier en avontuurlijker is echter de route langs de westoever. Deze weg is voor normale personenauto's min of meer begaanbaar tot Dettifoss. Op de weg richting de watervallen is er een afslag richting het hierboven reeds genoemde Hljóðaklettar en verderop liggen de Hólmatungur; een gebied met een rijke begroeiing en enkele basaltformaties.
Over de westelijke oever wordt na ongeveer twee uur rijden vanaf het informatiecentrum de parkeerplaats nabij Dettifoss bereikt. Om de waterval daadwerkelijk te bereiken, moet over rotsen worden geklommen. Er zijn hier afgezien van wat touwen voor houvast geen voorzieningen aangebracht om een bezoek te vereenvoudigen, maar het uitzicht op de ontzagwekkende waterval vergoedt veel!
Ongeveer een kilometer stroomafwaarts ligt de 27 meter hoge waterval Hafragilsfoss. Het water doorkruist op deze plek een aantal rode kraters die bovenaan de kloof zichtbaar zijn. Een kleine 700 meter (10 minuten lopen) stroomopwaarts van Dettifoss ligt de waterval Selfoss. Deze elf meter hoge waterval heeft een ronde vorm en is ongeveer 100 meter breed.
Het nationale park Jökulsárgljúfur is via de weg te bereiken. De ingang bij de Ásbrygi-kloof ligt niet, zoals andere populaire bestemmingen in IJsland, direct aan de (snel)weg 1 (Þjóðvegur), maar aan weg 85 (Norðausturvegur) welke bijvoorbeeld door Husavík loopt.
Vanuit de richting Akureyri ligt de afslag linksaf vanaf de 1, in oostelijke richting naar de 85, na ongeveer 44 kilometer. Vervolgens is het nog 110 kilometer rijden naar het park. Vanaf Husavík is het nog ongeveer 55 kilometer.
Vanuit Mývatn/Reykjahlíð is het park te bereiken via de 1 in oostelijke richting. Na 36 kilometer sla je hier linksaf de 864 (Hólsfjallavegur) op. Vervolgens is het nog een kleine 60 kilometer naar park. Na 40 kilometer is overigens al een afslag linksaf naar de oostelijk eoever van de Dettifoss. Ook vanuit Egilsstaðir is het park het gemakkelijkst te bereiken via de afslag naar de 864, 36 kilometer voor Mývatn.
Met een terreinwagen is het mogelijk om vanaf de Dettifoss aan westoever van de kloof over een pad rechtstreeks naar Mývatn te rijden. Met een personenauto is de route niet te doen.
Vanaf Mývatn en Akureyri is er in de zomermaanden een busdienst naar de watervallen van Dettifoss. Deze busdienst wordt uitgevoerd door SBA-Norðurleið.
⇑ terug naar boven ⇑