Papegaaiduikers (ook wel lundi, puffin of fratercula arctica genoemd) zijn zeevogels, waarvan ongeveer 60% van de wereldwijde populatie hun nesten bouwt langs de kust van IJsland. Een groot deel van hun leven verblijven de papegaaiduikers op de oceaan en vermoedelijk op de Noordzee en in de Golf van Biskaje. Pas als ze, met een leeftijd van vier of vijf jaar geslachtsrijp zijn, komen ze terug naar de IJslandse kust om daar te paren en een nest te bouwen.
De koddige vogels hebben een zwart met wit verendek en hebben een felgekleurde snavel die nog het meest doet denken aan die van een papegaai (vandaar de naam). De meeste papegaaiduikers zijn iets groter dan een duif, maar kleiner dan een eend. Het zijn monogame vogels. De mannetjes van de soort zijn de nestenbouwers. Dit doen zij vooral on de grond tussen de rotsen van de eilanden in de Vestmannaeyjar-archipel. Hier zijn gedurende de zomers ongeveer acht miljoen van de vogels te vinden. De vrouwelijke vogels leggen in het nest slechts één ei. Dit ei is grijs/geel gekleurd en heeft donkere spikkels. Het duurt 39 tot 43 dagen voordat het uitkomt en er een geel/zwart kuiken wordt geboren. Vervolgens voeren de ouders het jong (de puffling) gedurende één tot twee maanden vis (vooral lodde; een soort spiering). Na verloop van tijd laten ze het jong in de steek en moet het zichzelf maar zien te redden. In de nacht vertrekken de jongen dan wandelend richting oceaan, waarbij ze uiteindelijk gewoon van de rotsen springen om in het water te geraken. Na vier of vijf jaar zijn de vogels geslachtsrijp, maar ze kunnen wel dertig jaar oud worden.
Goede vliegers lijken de vogels niet. Meestal lijken ze hysterisch met hun vleugels te klapperen tijdens het vliegen en lijkt het alsof ze bezig zijn met het plegen van zelfmoord als ze vanaf de kliffen richting de rotsen daaronder fladderen. Dat tezamen met hun clowneske uiterlijk, maakt dat de vogel er erg aandoenlijk uitzien. Doordat ze tussen de 300 en 400 keer per minuut met hun vleugels slaan, kunnen ze toch een snelheid van 65 km/h bereiken. Beter dan vliegen kunnen de papegaaiduikers duiken en vissen. In hun zoektocht naar vis duiken de vogels tot wel zeventig meter diep. Daar vangen ze het liefst zandalen (niet te verwarren met sandalen) of lodde, waarvan ze er heel veel gelijktijdig overdwars in hun mond kunnen bewaren door ze met hun tong in hun snavel te klemmen. Volgens een theorie bijt de vogel tijdens een duik meerdere visjes dood en pikt hij deze op tijdens de terugweg naar het wateroppervlak. Op die manier gaan de vogels vijf tot tien keer per dag vissen.
Het vlees van de papegaaiduiker is een delicatesse uit de IJslandse keuken en ook de eieren van de vogel worden gegeten. De vogels waren tot voor kort talrijk aanwezig in IJsland. Ze zijn echter bijzonder gevoelig voor vervuiling van de oceanen en veranderingen van de temperatuur van het water in de golfstromen. Hierdoor is het aantal puffinkuikens dat wordt geboren de laatste jaren sterk afgenomen. Het voorjaar van 2012 laat een klein herstel zien.
⇑ terug naar boven ⇑