Flatey á Breiðafirði

Flatey is een eiland in het fjord Breiðafjörður in het noordwesten van IJsland. Het ligt ongeveer halverwege de route van de veerboot tussen Stykkishólmur en de aanlegsteiger bij Brjánslækur. Vooral voor vogelaars is het eiland een ideale bestemming. Het eiland is ongeveer twee kilometer lang en op het breedste gedeelte een halve kilometer breed. Het eiland is over het algemeen behoorlijk plat, maar kent één heuvel in het noordoosten. Deze wordt Lundaberg genoemd. In de winter is het aantal bewoners dat op het eiland verblijft op één hand te tellen. In de zomer zijn het er veel meer. Veel van de woningen die op Flatey staan zijn dan ook in bezit van families die eigenlijk in de regio Reykjavík zijn gaan wonen en waarvan de 'roots' Flatey liggen. Hun onroerend goed op het eiland gebruiken ze als zomerwoning.

Tot de eilandengroep waartoe Flatey behoort, behoren nog ongeveer veertig andere vrij grote eilanden. De meeste daarvan zijn ooit bewoond geweest, maar inmiddels verlaten. In het fjord is Flatey nog het enige eiland dat gedurende het gehele jaar bewoond wordt. Hoeveel eilanden het fjord in totaal omvat, is afhankelijk van hoe een eiland gedefinieerd wordt. In het boek 'Het raadsel van Flatey' van auteur Viktor Arnar Ingólfsson zegt burgemeester Elliðagrímur Einarsson (Grímur) het volgende over het aantal eilanden in de Breiðafjörður:

“Als we zeggen dat een eiland een stuk land is waar de zee omheen spoelt, dat ook bij springvloed boven water blijft en waar iets op groeit, dan kun je misschien beginnen met tellen, dan is er sprake van rond de drieduizend eilanden in alle fjorden bij elkaar. Daarnaast zijn er nog onbegroeide riffen maar die zijn door niemand geteld en die kunnen we met recht ontelbaar noemen”

Behalve het eiland Flatey in het Breiðafjörður, bestaat er nog een ander eiland met de naam Flatey. Dat is Flatey á Skjálfanda in het noorden van het land, op ongeveer negen kilometer ten noordwesten van Húsavík.

Bebouwing

Vanaf de aanlegsteiger waar de Baldur aanlegt, loopt een pad richting een dorpje rondom de oude haven van het eiland. Hier staan ongeveer dertig bont gekleurde houten huizen, die oorspronkelijk gebouwd werden rond de eeuwwisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw. Ten zuiden van het dorpje staat het witte kerkje van het eiland; de Flateyjarkirkja. Het plafond en het altaar van de kerk werden in de jaren zestig beschilderd met dramatische taferelen uit het IJslandse landschap door de Catalaanse schilder Baltasar Samper. Op de grond achter dit kerkje werd in het jaar 1172 een klooster gebouwd. Destijds was Flatey één van de belangrijkste culturele centra van IJsland. Van het hiervoor klooster zijn tegenwoordig geen overblijfselen meer terug te vinden. Wel staat er sinds 1864 een klein geel gebouwtje. Dit is de oudste (oorspronkelijk gesticht in 1836) en kleinste nog in gebruik zijnde bibliotheek van IJsland. Het hoogtepunt van de collectie is een Munksgaarduitgave van het 'Boek van Flatey' (meer daarover hieronder). Het zijn fotokopieën van het origineel op ware grote, die door uitgever Munksgaard aan de bibliothecaris werden aangeboden toen de bibliotheek haar honderdste verjaardag vierde.

Voor stroom zijn de mensen afhankelijk van dieselgeneratoren. In de zomer is de beschikbare hoeveelheid electiciteit soms niet toereikend. Dat geldt ook voor water, dat uit een bron op het eiland wordt gewonnen.

Het boek van Flatey

De boer Jón Finnsson, die op Flatey woonde, bewaarde ooit het Boek van Flatey (Flateyjarbók / Codex Flateyensis) onder zijn bed. Dit perkamenten boekwerk bestaat uit 225 rijk versierde bladen (450 bladzijden) en is de grootste verzameling van Middeleeuwse IJslandse saga's. In opdracht van grootgrondbezitter Jón Hákonarson werd er, aan het eind van de veertiende eeuw, zeven jaar aan gewerkt door de geestelijken Jón Þórðarson en Magnús Þórhallsson. De verzameling wordt slechts het 'Boek van Flatey' genoemd, omdat het op het eiland verbleef voordat het in het jaar 1656 in opdracht van de Deense koning Frederik III naar Denemarken werd gehaald. Het was lange tijd onderdeel van de collectie van Det Kongelige Bibliotek te Kopenhagen, maar sinds 21 april 1971 is het terug in IJsland, waar het destijds door duizenden mensen op de kade werd onthaald. Het is in bezit van het Árni Magnússon Instituut (Stofnun Árna Magnússonar) en lag sinds 2002 tentoongesteld in het Nationaal Centrum voor Cultureel Erfgoed te Reykjavík. Sinds oktober 2013 wordt het niet tentoongesteld in afwachting van de voltooiing van een nieuw pand.

Vogels

Achter het dorpje begint het gebied waar in het broedseizoen de meeste vogels te vinden zijn. De helft van de soorten vogels die in IJsland broeden, is hier te vinden. En de meeste daarvan leven hier in grote aantallen. Voor de (amateur)ornithologen is dit een waar paradijs. Een groot deel van het broedgebied is een reservaat, dat binnen het broedseizoen (april tot september) niet betreden mag worden. Er kan echter wel omheen gelopen worden. Op het pad rondom het gebied is de kans groot dat wandelaars voortdurend worden aangevallen door Noordse sterns die als kamikazepiloten uit de lucht komen duiken. Deze vogels broeden hier in de zomer maar overwinteren in Zuid-Afrika of Antarctica. Ze vliegen daarom jaarlijks maar liefst 30.000 kilometer.

Overnachten

Nabij het oude haventje is in het lichtblauwe pand Vogur (uit 1885) de enige accommodatie om te overnachten op het eiland te vinden. Het is een soort herberg waar de slaapzak kan worden uitgerold. In het pand is tevens een restaurantje aanwezig waar dagelijks verse vis wordt geserveerd. Soms staat er ook puffin op het menu. In hetzelfde pand is ook een winkeltje te vinden, waar de meest noodzakelijke spulletjes verkocht worden. Kampeerders kunnen de tent opzetten achter de boerderij Krákuvör.

Kajakken

Erg leuk en spannend om te doen tijdens een verblijf op het eiland is een stukje varen in een kajak. Flatey is ideaal gelegen voor deze activiteit. Voor ongeoefende kajakkers is het mogelijk om hier de juiste techniek onder de knie te krijgen. Kajaks en kano's kunnen gehuurd worden bij de kajakverhuur (kajakleigan).

Bereikbaarheid / veerboot Baldur

De ferry Baldur biedt voor Flatey een verbinding met het vasteland van IJsland. De boot is vernoemd naar de god van de lente en de jeugd. De Baldur vaart van Stykkishólmur, aan het zuidzijde van het fjord, naar de aanlegsteiger bij Brjánslækur in het noorden en maakt onderweg een tussenstop in Flatey. Veel IJslanders maken gebruik van de veerboot tijdens hun reis van de Westfjorden naar de regio Reykjavík, aangezien deze het aantal wegkilometers behoorlijk vermindert. Over de weg bedraagt het aantal kilometers tussen Ísafjörður en Reykjavík ongeveer 451. Met de veerboot zijn het er slechts 286 (165 minder). In het zomerseizoen maken ook veel toeristen gebruik van de Baldur. Vanaf begin juni tot eind augustus vaart deze boot tweemaal daags in beide richtingen. In de rest van het jaar wordt er dagelijks (behalve op zaterdag) eenmaal in beide richtingen gevaren. De gehele reistijd tussen Stykkishólmur en Brjánslækur bedraagt bijna drie uur. De vaart van Stykkishólmur naar Flatey duurt anderhalf uur. Van Flatey naar Brjánslækur duurt ongeveer een uurtje. Exacte vaartijden zijn te vinden op de website van rederij Seatours. Op de Baldur kan de auto meegenomen worden. Deze mag (en kan) er in Flatey echter niet af. Stykkishólmur is vanuit Reykjavík te bereiken met bus 58 van Strætó. Deze vertrekt vanaf busstation Mjódd in de hoofdstad. In de zomermaanden rijdt ook busbedrijf Sterna op deze route.

In de zomermaanden vaart de kleine rederij Iceland Ocean Tours elke dag een keer van Stykkishólmur naar Flatey en terug. Het doet dit met een kleine maar snelle boot, die de overtocht in veertig minuten volbrengt. Reizigers worden voor de spectaculaire overtocht voorzien van een overall en reddingsvest. Daarnaast is het verstandig om warme kleding en stevige schoenen aan te trekken.

De Nederlandse boot

Nederlanders die gebruik maken van de Baldur ferry, zullen de boot wellicht herkennen. De in 1970 gebouwde boot was namelijk eerder in bezit van rederij Doeksen en voer onder de namen Oost-Vlieland en Schellingerland onder andere van Harlingen naar Vlieland en Terschelling. In 2006 werd de boot verkocht aan de IJslandse reder. Op 9 april van dat jaar werd de Baldur gewoon vanaf de Volharding Shipyards in Harlingen naar IJsland gevaren. De tocht ging onder andere via de Shetlandeilanden en de Faeröer. Door de jaren heen zijn er wat aanpassingen aan de boot gedaan, maar de boot is nog steeds herkenbaar.

terug naar boven



 


Foto's

Het dorpje op het eiland Flatey