Drinken

Water

IJsland is door moeder natuur gezegend met buitengewoon helder bronwater. Het koude water dat in Reykjavík uit de kraan komt, is bijvoorbeeld nóg veel helderder dan het Nederlandse kraanwater. De flessen van marktleider Iceland Spring (Ölgerðin) bevatten bronwater van hoge kwaliteit uit bronnen in het natuurgebied Heidmörk nabij de hoofdstad en zijn in geheel IJsland verkrijgbaar. De flessen bronwater van de bottelarijen Icelandic Glacial en Pure Icelandic (Vífilfell) zijn eveneens door heel IJsland te koop. Daarnaast is er bronwater van enkele kleinere bedrijfjes in de handel verkrijgbaar. Pas wel op met het kopen van bronwater waaraan een kunstmatig smaakje is toegevoegd. Een groot deel van die drankjes is mierzoet en eigenlijk niet te drinken.

Koffie

De, na water, op één na meest gedronken drank in IJsland is koffie. Men drinkt dit vrijwel de gehele dag en vrijwel overal. Echte koffieliefhebbers drinken hun koffie zwart, maar melk en/of suiker zijn ook heel gewoon. Onder jongere generaties zijn varianten op basis van espresso populair, zoals de cappuccino, latte, latte macchiato en aanverwante dranken. Deze dranken worden meestal klaargemaakt door één van de vele echte barista's die het land kent. De koffiecultuur in IJsland verschilt dus niet veel ten opzichte van hetgeen wij in de lage landen gewend zijn, maar de kwaliteit van de in IJsland genuttigde koffie ligt hoger. In de horeca is het niet vreemd dat de koffie mooi opgemaakt wordt geserveerd, eventueel met chocolade of bonbons. Behalve uit koffie betrekken IJslanders ook veel cafeïne uit cola. De inname van Coca-cola per hoofd van de bevolking behoort tot de hoogste ter wereld.

Don't drink and design

Brennivín

In IJsland heeft lange tijd een alcoholverbod bestaan. Dit verbod ging in op 1 januari 1915. In 1935 werd deze drooglegging deels opgeheven voor sterkedrank. Alleen op woensdagen was de verkoop nog verboden. Direct na de gedeeltelijke opheffing van het alcoholverbod kwam de nationale sterkedrank van IJsland op de markt. Dit goedje werd brennivín genoemd (wat afgeleid is van het Nederlandse 'brandende wijn' - niet te verwarren met brandewijn). Het is een gedistilleerde drank op basis van aardappelen en bestaat voor 37,5% uit alcohol. De kleur is helder tot licht goudgeel. Wellicht is het product het best te vergelijken met een drank die in Nederland enigszins bekend is onder de naam 'aquavit'. Net als aquavit wordt brennivín met zaden van 'echte karwij' in combinatie met engelwortel op smaak gebracht. Anders dan sommige mensen verwachten, lijkt het niet op het Zweedse Brännvin. De bijnaam van de drank is 'svarti dauði' (black death / zwarte dood). Een naam die afkomstig is van een combinatie van de smaak van de drank en de kleur van het etiket van de fles van het goedje. Brennivín wordt over het algemeen, ook door IJslanders, behoorlijk smerig gevonden. Als shotje is het nauwelijks te doen er meer dan drie binnen te houden. Soms wordt het genipt naast een glas bier of gemengd met cola. Voordeel van het hoge alcoholpercentage van de drank is dat het daardoor pas bij -25℃ bevriest. Het is de enige bij ons bekende gedistilleerde drank die alleen maar viezer smaakt naarmate je er meer van drinkt.

Het personage Budd (gespeeld door Michael Søren Madsen) in de actiefilm Kill Bill II (uit 2004) drinkt brennivín om zijn pijn te verzachten. De hoofdrolspelers in de boeken van Halldor Laxness zetten ook regelmatig een glas brennivín aan de lippen. De Amerikaanse rockband Foo Fighters schreef zelfs een liedje waarin de drank voorbij komt. Voorman Dave Grohl zingt in het nummer 'Skin and Bones': "I'm just skin and bones, all worn out and nothing fits, brennivín and cigarettes, the more I give the less I get, but I'm all set, I'm all set".

Artikel uit het Nieuwsblad van het Noorden over de opheffing van het bierverbod

Bier

Tot 1 maart 1989 gold er een verbod voor de verkoop van bier op IJsland. Er was een slap pils met 2,25 volumeprocent alcohol op de markt. Tegenwoordig is bier de populairste alcoholische drank op IJsland en zijn pilsners met een fatsoenlijk alcoholpercentage gewoon verkrijgbaar in cafés, restaurants en speciale slijterijen. Gemiddeld wordt er jaarlijks ongeveer 63 liter bier per hoofd van de bevolking geconsumeerd. In 1990 was dat nog 25,4 liter. Voor gebruik buiten de horeca zijn de IJslanders (en toeristen) aangewezen op de slijtersketen Vínbúð. Deze keten beheert het (staats)monopoly van de ÁTVR (de alcohol- en tabakswinkel van de staat). Bier dat in de supermarkt of elders verkocht wordt, kent een alcoholpercentage tussen de 1,75 en 2,25 en is eigenlijk niet te zuipen. In IJsland gebrouwen pils dat wel een normaal alcoholpercentage bevat is bijvoorbeeld verkrijgbaar onder de merknamen 'Egíls Gull', 'Polar Beer', 'Gullfoss' en 'Víking'. Het verdient de aanbeveling bij aanschaf even te checken om welke variant qua alcoholpercentage het gaat. Het pils met het lage alcoholpercentage is gewoonweg vies. De 'normale' bieren zijn van redelijke kwaliteit. In veel cafés, en restaurants zijn geïmporteerde pilsners (bijvoorbeeld Tuborg, Grolsch, Pilsner Urquell, Löwenbrau en Carlsberg) verkrijgbaar. Die zijn meestal aanzienlijk beter te drinken dan het IJslandse bier. De datum (1 maart) waarop de verkoop van bier gelegaliseerd werd, wordt overigens elk jaar door veel mensen gevierd met een kroegentocht (rúntur).

Wodka

Veel gedronken wordt de drank Opal Vodka. Dit is een soort rode wodka die de smaak heeft van rode pastilles van snoepfabrikant Nói Síríus. Kinderen groeien op met de snoepjes en eenmaal volwassen geniet de vloeibare variant, die 27% alcohol bevat, vaak de aandacht. De Opal-snoepjes zijn in verschillende kleuren beschikbaar. Het populairst was de Blár (blauwe) Opal. Die snoepjes zijn in 2005 echter uit de handel gehaald, omdat er tijdens de productie chloroform aan werd toegevoegd. Chloroform is de vloeistof die in detectives vaak wordt gebruikt om mensen bij verrassing te bedwelmen. Behalve Opal is er ook Reyka Wodka. Dit is een vrij exclusief merk wodka dat te Borgarnes in IJsland wordt gedistilleerd. De productie geschiedt met behulp van graan en natuurlijk bronwater dat gefiltreerd wordt met IJslandse lavasteen. Ook het wodkamerk Ursus (wat Latijn is voor 'beer') wordt nog vaak geassocieerd met IJsland. Dit is inderdaad een drank van IJslandse origine, maar het wordt tegenwoordig in Nederland gedistilleerd en gebotteld.

Drinkgewoonten

Op de meeste IJslanders lijkt soms geen rem te zitten qua alcoholinname. Vooral in het weekend krijgt een stoute lever flink op zijn donder. Sinds de kredietcrisis zijn intrede heeft gedaan drinken IJslanders wat minder in de kroeg. Elke IJslander heeft echter altijd wat te zuipen binnen handbereik. Daarom wordt er thuis vaak flink ingedronken om daarna na middernacht de stad in te trekken. Aan rondjes geven doen IJslanders niet, iedereen betaalt voor zichzelf. Een rondje afslaan zit echter ook niet in de aard van de IJslanders. Ook in het verleden werd er in de stad veel gezopen. Toen er nog geen auto's bestonden, kwamen de mensen te paard naar de kroegen. Omdat mensen in beschonken toestand vaak vergaten waar zij hun paard hadden gestald, waren er in Reykjavík twee boerderijen waar gevonden paarden werden verzorgd.

terug naar boven